3.2 De Start: groep 1 en 2

Kleuters leren al doende, tijdens het spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarmee kleuters kunnen leren. We zijn voortdurend met de kinderen in gesprek. Ze leren daardoor woorden kennen en leren goed spreken. Dat is heel belangrijk als voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs. Door het gericht aanbieden van materialen geven wij ook sturing aan die ontwikkeling.
De werkwijze bij de kleuters is hoofdzakelijk in projectvorm. Door te luisteren naar wat er bij de kinderen leeft, komen we van daaruit tot een onderwerp waar de hele groep aan mee kan doen.
 
We leggen deze projecten dus niet op. De kinderen bepalen grotendeels hoe lang een activiteit duurt en wat er in het kader daarvan in de groep gebeurt. Zolang de kinderen betrokken zijn, leren ze ook.

Het volgen van de kinderen is een belangrijke taak van de leerkracht. Een veelheid van taal-, reken- en knutselactiviteiten wordt ingebracht door de leerkracht. Door het jaar heen zijn er een aantal vaste thema’s. Dit zijn thema’s uit de methode 'Kleuterplein' zoals de seizoenen, Sint en Kerst, enz. 
Om ruimte te scheppen wordt ook de hal (bij groep 1 en 2) bij het onderwijs betrokken. Dagelijks gaan, tijdens het werkuur, ouders met een klein groepje kleuters knutselen.
De kleutergroepen zijn samengesteld uit 4 t/m 6 jarigen. Kinderen kunnen elkaar stimuleren en zich aan elkaar optrekken. In de twee groepen wordt identiek gewerkt en komt tegelijkertijd dezelfde leerstof aan de orde, maar het thema kan in de groepen verschillend zijn. We volgen immers de kinderen. Om vroegtijdig  problemen met leren te signaleren, worden regelmatig observaties door de leerkracht uitgevoerd. Hierbij gebruiken we het observatiesysteem  'Mijn kleutergroep' voor groep 1 en 2.


<< terug